Hallo beste lezer,
Na twee seizoenen geen blogs te hebben geschreven, ben ik weer terug. Er staat deze herfst een hoop te gebeuren. Ik zal reflecteren op mijn belevenissen van het afgelopen half jaar. En er komt nieuwe informatie aan. En wel op een stormachtige manier. Het is gelukkig een blije storm, een orkaan van enthousiasme. Deze herfst staat in het teken van een nieuw begin.
Welkom kernteam
Het kernteam staat inmiddels klaar om mij te begeleiden. Het is tijd om mijn beelden met jullie te delen.
Ik zie Nissa van Seba staan met een enorme mand. Ze zegt dat het tijd is om de oogst binnen te halen van het afgelopen half jaar. Ik heb dan in deze periode geen blogs geschreven. Ik heb wel een hoop nieuwe lessen geleerd. Het is tijd om deze oogst aan lessen vast te leggen en met jullie te delen.
In mijn volgende beeld zie ik aartsengel Metatron staan voor een enorm groot okergeel/goudkleurig kasteel omringd door duizenden goudkleurige engelen. Ze staan in formatie met Metatron voorop. Dit is dus wat bedoeld wordt met legerscharen aan engelen! Het is een indrukwekkend beeld. Metatron stapt naar voren en zegt met ferme kracht: ‘Wij staan klaar. Jij ook? Neem leiding en trek de wereld in. Je gaat niet alleen, zoals je ziet.’ Ik sta een ogenblik perplex. Wat een uitdrukking van kracht.
Nog voor ik de vraag kan stellen waar ik met deze legerscharen aan engelen heen moet, staat aartsengel Michaël pontificaal voor mijn neus. Ik heb hem niet vaak zo majesteitelijk gezien. Even denk ik dat hij symbool staat voor de koning van het kasteel, maar hij schut zijn hoofd. Hij zegt: ‘Ik wijs je de weg. Kijk naar mij. Ik schenk je visie. Let goed op mijn verschijningsvormen de komende maanden’.
Ik deins achteruit. Nu ik zowel aartsengel Metatron als aartsengel Michaël met zoveel kracht en overtuiging heb zien verschijnen, vraag ik me af hoe aartsengel Nathaniël zich aan me zal tonen. Hij is de krachtengel bij uitstek. Mijn vermoeden wordt bevestigd. ik zie een enorme vuurzuil voor me verschijnen. Binnen deze vuurzuil woedt een hevige storm. Ik hoor de wind fluiten. Heel even lijkt het of deze storm mij opslokt. Mijn adem stokt een moment. En dan omringt het vuur mij overal. Het licht is zo fel dat ik nauwelijks mijn ogen open kan houden. Ik zie een gestalte van schitterend wit licht op me aflopen. Zo heb ik Nathaniël nog nooit gezien. In eerdere beelden was alleen zijn hartgebied zo schitterend verlicht. Nu zijn hele gestalte. Het duurt even voordat ik zijn gelaatstrekken kan onderscheiden. Hij kijkt me lachend aan en zegt: ‘Een orkaan van enthousiasme, zei je toch? Daar hoort een passend beeld bij!’ Ik begin te lachen. Ja, dat is waar ook. Zo begon ik mijn inleiding.
Ik kijk mijn vier vrienden één voor één aan en vraag om een passend beeld voor mezelf. Ik ben immers een volwaardig lid van het kernteam. Als vanzelf kijk ik naar mijn handen. Ik begrijp de boodschap. Ik ben hun handen. Het is aan mij om al hun input op aarde in vorm uit te drukken. Dat is mijn rol. Deze herfst staat in het teken van actie en aanpakken. Het wordt écht een stormachtige herfst.
De oogst

Nissa vraagt me met haar mee te lopen. Ik heb de mand van haar overgenomen. Het was immers de bedoeling dat ik mijn handen zou gebruiken. Ze neemt me mee naar een enorme ladekast. Op ieder vak zie ik een afbeelding van mijn zelfgemaakte orakelkaarten. Ik heb deze set aan het begin van het jaar gemaakt en inmiddels al vaak gebruikt. De afbeeldingen had ik van het kernteam doorgekregen, maar de betekenis ervan moest ik gaandeweg ontdekken. Ik voel me ineens alsof ik een examen moet afleggen. Zou Nissa me gaan overhoren?
Ze opent de lade met het getal 5 erop. Het getal 5 associeer ik met het thema ‘verandering’ en de gevoelens die dit met zich meebrengt. Omdat ik veranderingen spannend vindt en veranderingen mij vragen om moedig en krachtig te zijn, heb ik de kaart gele en oranje kleuren gegeven. Dit zijn de kleuren van het tweede en derde chakra of wel het gevoelscentrum en het krachtcentrum. Zo heb ik iedere kaart van kleur en betekenis voorzien.
Nissa kijkt me aan met een grote glimlach. ‘Ik ga je niet overhoren hoor Caroline’, zegt ze, ‘ik open deze lade voor je omdat jij grote veranderingen zult doormaken de komende periode. Je zult een verandering van richting ervaren. Kijk maar waar Michaël heen wijst. Maar zover is het nu nog niet. We gaan eerst de oogst binnenhalen.’
Ik snap ineens wat ze bedoelt. Ik dacht dat de oogst symbolisch gezien te vinden was in de laden van de ladekast, in de zin dat de oogst zou bestaan uit de betekenissen die ik mijn kaarten had gegeven. Maar dit is niet het geval. De oogst komt van bovenop de kast. Ik zie potten, bakken en vazen in allerlei soorten en maten bovenop de kast staan. Ze komen ‘van boven’ en zijn daar voor me neergezet.
Ineens klinkt de stem van aartsengel Metatron in mijn oor. Hij zegt: ‘Zie ze maar als de beloningen voor het goede werk dat je het afgelopen half jaar hebt verricht.’ ‘Ha Metatron’, antwoord ik, ‘ja, ik begrijp het. Ik ben er blij mee. Het zijn de potten, bakken en vazen vol genade die over me zijn uitgestort het afgelopen half jaar. Het zijn de momenten van plotseling inzicht, rust en vrede, intense vreugde, inspiratie en doortastendheid die ik heb mogen ervaren terwijl ik samen met jullie mijn werk deed. Het waren ware parels en pure wonderen. Dank jullie wel!’.
Ik raap de geschenken op en stop ze in de mand die Nissa had meegenomen. ‘Zolang je open staat voor de genade van boven, zul je manden vol wijsheid kunnen blijven vullen, Caroline’, zegt Nissa met een warme glimlach. Ik voel hoe ik vervuld raak met een gelukzalig gevoel en besef me hoe zeer ik bof met mijn geliefde vrienden.
Ik heb het afgelopen half jaar veertien persoonlijke afstemmingen gemaakt voor diverse mensen. Zij kwamen op mijn pad met de vraag of ik ze kon helpen vanwege mijn contacten met de Lichtwereld. Als kernteam samen hebben we deze vragen opgepakt. Het was een wonderlijk en leerzaam proces voor me. En al deze ervaringen behoren tot mijn rijke oogst. Ik voel me intens dankbaar.
Aartsengel Metatron over leiderschap
Mijn oog valt nu op aartsengel Metatron. Hij staat op een omgekeerde mand en leunt tegen de ladekast. Hij heeft een hart in zijn hand. Ik vraag me af hoe dit beeld zich verhoudt tot het beeld van het kasteel en de legerscharen engelen dat hij me zojuist liet zien. Het heeft te maken met leiderschap vanuit het hart, over dienstbaar leiderschap. In zoverre is het me duidelijk. Maar ik heb ook het gevoel dat ik iets nog niet begrijp. ‘Wat wil je me duidelijk maken Metatron?’, vraag ik.
Hij kijkt me aan en lacht. Omdat hij op de mand staat moet ik omhoog kijken. Ik zie een glinstering in zijn donkere ogen. Hij zegt: ‘Je begrijpt je eigen kracht nog niet zo goed, Caroline. Ik heb je laten zien hoeveel engelen je aanstuurt en dat maakt je verlegen. Je bent bang voor zoveel verantwoordelijkheid. Maar dat is helemaal niet nodig. Deze gouden engelen wijzen wij toe aan mensen van wie het hart een bepaalde zuiverheid heeft bereikt. Ze luisteren alleen naar de commando’s van het hart. Zojuist ben jij gepromoveerd en heb je deze engelen tot je beschikking gekregen.’
Ik word er stil van. Verlegen inderdaad. Ik kijk naar de grond en voel mijn neiging om de engelen uit bescheidenheid af te wijzen. Maar ik weet dat dit niet de bedoeling is. Ik weet dat de lessen die ik het afgelopen half jaar heb geleerd een noodzakelijke voorbereiding betroffen voor een grotere opdracht die ik nu op het punt sta op me te nemen. En ik weet dat ik deze engelen daarbij hard nodig zal hebben.
Maar ook voel ik dat ik mijn hart nog niet helemaal open kan stellen voor deze grote hoeveelheid engelen. Ik voel me ergens nog onwaardig om mijn opdracht op me te nemen. Ik kijk om me heen. Mijn oog valt op de volle manden met mijn zojuist vergaarde oogst. Ik besef dat ik deze oogst nog niet volledig in mijn hart heb kunnen ontvangen. Er mag nog wat gebeuren. Ik kijk op om het Metatron te vragen en ik zie dat hij van zijn mand is gestapt en direct voor me is gaan staan. ‘Ik kan je hier niet bij helpen, Caroline, dit moet je echt zelf doen’, zegt hij terwijl hij me indringend aankijkt.
‘Ik weet wat me te doen staat’, hoor ik mezelf ineens zeggen, ‘laat mij eens ervaren hoe het is om op de mand te staan.’ Maar ik aarzel om een stap te zetten. Metatron staat recht voor me en ik wil hem niet aanstoten. Hij maakt ook geen aanstalten om opzij te gaan. Ik weet dat dit ook niet de bedoeling is. Ik kijk hem aan en weer kijk ik recht in zijn donkere ogen. Ik besef ineens dat ik dwars door Metatron heen moet stappen. Hij glimlacht. Ja, dus. Het is een test.
Allereerst reik ik mijn hand uit naar Metatron. Met volle concentratie hou ik mijn gedachten gericht op mijn hand die ik zo direct dwars door Metatron heen zal sturen. Ik weet het zeker. Het voelt heel tegennatuurlijk, maar ik ben ervan overtuigd dat ik zo meteen dwars door hem heen kan stappen. Ik vind het niet beangstigend, maar wel een beetje ongemakkelijk. Ik heb de neiging me te verontschuldigen. Kan ik niet gewoon vragen of hij opzij wil stappen? Ik voel me als een enorme olifant die veel te veel ruimte inneemt. Ik kan dit toch niet maken? Metatron kijkt me nog steeds glimlachend aan. Het leidt me af, merk ik. Hij kijkt me zo vriendelijk aan dat het voor mij nog lastiger wordt om de stap te zetten. Maar ik ben vastbesloten.
Mijn hand beweegt zich dwars door Metatron heen, precies zoals ik verwacht had. Mijn hand tintelt en wordt heel warm. Het is een aangenaam gevoel. Het is een heel fijn gevoel zelfs en nu voel ik een innerlijke impuls om me helemaal in deze warme tinteling te baden. Ik zet de stap en blijf precies ter hoogte van Metatron staan. We vallen nu helemaal samen. Het voelt heel fijn en uitgelijnd. Mijn beschaamde gevoel van zojuist is compleet weggevallen. Zijn stem galmt in mijn hoofd: ‘Zie je hoe gemakkelijk het is om één te worden met je innerlijke kracht? Wij komen uit dezelfde bron. Er bestaat geen kracht anders dan deze uitlijning met de bron’. Ik vat de boodschap nu volledig. Ik heb zojuist mijn gevoelens van valse bescheidenheid afgelegd. Ik zet nog een stap door Metatron heen en stap vervolgens op de mand. Ik draai me om en ineens kijk ik uit over de legerscharen gouden engelen. Ze kijken me vriendelijk en tegelijk geconcentreerd aan. Ze staan klaar om leiding van mij te ontvangen. Maar wat ga ik in hemelsnaam doen? Ik kijk of ik in de verte aartsengel Michaël ergens zie. Hij zei dat hij voor richting zou zorgen. Ik ben erg benieuwd.
De aanwijzingen van aartsengel Michaël
Ik zie aartsengel Michaël nergens. Hij had gezegd dat ik moest letten op zijn verschijningsvormen. Ik heb zojuist dan wel de leiding op me genomen, maar ik heb nog geen informatie ontvangen over mijn missie voor de komende herfstperiode. Michaël, wil je me je visie geven? Ik kijk uit naar je tekenen.
Ik hoor zijn stem galmen in mijn hoofd, net zoals ik Metatron’s stem had gehoord toen we uitgelijnd waren. Michaël moet dus wel precies op dezelfde plek staan als ik. ‘Snap je het nu, Caroline? Volg je innerlijke stem’, zegt hij.
Vervolgens stapt hij opzij en verschijnt aan me. ‘Omdat je het gemakkelijker vindt om me aan te kijken als we in gesprek zijn’, zegt hij met een knipoog. Ik kan hem echter nauwelijks aankijken omdat hij zo’n krachtig licht uitstraalt. ‘Kun je effe dimmen?’, vraag ik plagerig. Hij past zijn lichtsterkte aan mijn ogen aan en vraagt me vervolgens één van mijn eigen orakelkaarten te trekken. Ik trek de kaart met het getal 4 erop. Deze kaart staat voor mij symbool voor mijn contact met de engelen. De kaart is roze met groen, Het zijn de kleuren van het hart. ‘Hier moet je het mee doen’, hoor ik hem zeggen. ‘Ga ervaren wat deze kaart voor je betekent in relatie tot je nieuw ontvangen gouden engelen. En onthoud wat ik je zei over je innerlijke stem. Je had toch niet gedacht dat ik het je voor zou zeggen?’. ‘Nou ja, op de tekening wijs je heel duidelijk een bepaalde kant op.’, antwoord ik. ‘Ja, dat klopt, dat doe ik inderdaad’, zegt Michaël. ‘Ik wijs inderdaad de weg, maar je zult mijn richting alleen kunnen zien aan de hand van de signalen die je krijgt en je eigen innerlijk weten. Blijf dus alert de komende tijd en heb vertrouwen. Gaandeweg zal je meer en meer helder worden.’ ‘Goed, Michaël, dank je wel’, zeg ik met een zucht. Natuurlijk wist ik wel dat Michaël het me niet voor zou gaan zeggen, maar toch kwam ik in de verleiding het hem te vragen in een poging op hem te kunnen leunen. Maar nee, het is de bedoeling dat ik het zelf ga ontdekken. Het wordt tijd om mijn handen uit de mouwen te steken.
De aansporing van aartsengel Nathaniël
‘Heb je behoefte aan een warming up, Caroline?’, vraagt aartsengel Nathaniël vervolgens aan me. Ik herinner me zijn heilige oefeningen en hoe belangrijk het is mezelf te beschermen en mijn energie hoog te houden. Zijn oefeningen gaan over uitlijning. Ik heb ze het afgelopen half jaar vaak gedaan. Maar ook besef me ik hoe gemakkelijk het net nog ging om mezelf met Metatron en Michaël uit te lijnen. Dat werkte veel sneller. ‘Het gaat erom dat je zelf je kacheltje warm kunt stoken Caroline. Kom op! Aan de gang. Je hebt werk te doen!’.
Van start!
Nadat ik mijn oefeningen heb gedaan, neem ik weer contact op met het kernteam en de gouden engelen. Ik zie ons vijven in een kring staan. De gouden engelen staan in cirkels om ons heen. Ik zie dat ik een kristal in mijn handen houd. Het is mijn robijnrode dodecaëder. Ik activeer hem met mijn gedachten en hij begint te stralen. Ik houd het kristal omhoog en spreek de volgende intentie uit: ‘Geliefde vrienden van wie ik onvoorwaardelijk houd, ik zal me, door jullie gesteund, volledig inzetten voor het terug op aarde brengen van het oorspronkelijke besef van eenheid van alle wezens en de onvoorwaardelijke liefde van God de Vader voor ons en onze liefde voor Hem en voor elkaar. Ik ben bereid wie mij ook vraagt, of het nu gaat om mensen of niet fysieke wezens, hierbij te helpen.’
Als bliksemschichten zie ik de gouden engelen wegvliegen. Op weg om mijn intentie gestalte te geven. We zijn begonnen!